Antwoorden

§1 ;  Antwoorden

Vraag 1

  1. Noord-Amerikaanse plaat en de Pacifische plaat
  2. Convergente plaatbeweging en transforme plaatbeweging, omdat de platen naar elkaar toe beweging en langs elkaar op.
  3. Je ziet dat er subductie is, en de pijltjes wijzen in de richting van de plaat die onder de andere duikt. Het is zo dat het gesteenten basalt zwaarder is dan het gesteenten graniet. De oceanische aardkorst bestaat uit basalt en de continentale aardkorst uit graniet. De zwaardere plaat duikt onder de lichtere, het is dus zo dat de Pacifische plaat onder de Noord-Amerikaanse plaat duikt.
  4. De Pacifische plaat zal onder de Noord-Amerikaanse plaat duiken omdat, deze plaat uit basalt bestaat en dus zwaarder is. De zwaardere duikt namelijk altijd onder de lichtere.

Vraag 2

  1. De continentale korst en de oceanische korst
  2. Graniet en basalt. Basalt is zwaarder dan graniet, maar is toch relatief dunner.
  3. Graniet komt voor op de continentale korst en basalt op de oceanische korst.
  4. De kern, de mantel en de korst

 

§2 ; Antwoorden

  1. Volgens hem waren de platen ooit een super continent (genaamd Pangea) die nu lichte gesteentes zijn die drijven op iets ‘ min of meer vloeibaars’. 
  2. De geologische krachten en processen  van het verleden, zijn niet zo anders als die van het heden.
  3. Het begrip dat hierbij hoort is Paleomagnetisme. Wanneer een plaat uit elkaar wordt getrokken, komt er magma omhoog, wat uiteindelijk een nieuwe harde aardkorst wordt. Die magma ging naar links en naar rechts. Dat herhaalde zich met meerde lagen magma. Daarin zaten magnetische ijzer deeltjes die in een richting van Noord-en zuidpool stonden. In die twee lagen die er tegelijk uitkwamen, zat het zelfde patroon van ijzerdeeltjes. Zo konden ze verschillend gesteente uit verschillende plaatsen halen, en er achter komen welke bij elkaar hoorde.
  4. Met de theorie van Alfred Wegener, was de wereld ooit één super continent; Pangea. Hier zaten Zuid-Amerika en West-Afrika precies vast met elkaar. Toen de Pangea er nog was, leefde er Flora en Fauna op deze plek. Door de continentale verschuiving leven dezelfde flora en fauna er nog steeds, maar nu dus op verschillende plekken. Dit is dus ook het geval met de Afrikaanse wilde kat.

 

§3 ; Antwoorden

Vraag 1

  1. Transform; platen schuiven langs elkaar.
  2. Divergent; platen schuiven uit elkaar.
  3. Convergent; platen schuiven naar elkaar toe.
  4. Convergente plaatbeweging tussen de Euraziatische plaat en de Indische plaat. Transforme plaatbeweging tussen de Euraziatische plaat en de Indische plaat. Convergente plaatbeweging tussen de Euraziatische plaat en Arabische plaat.

Vraag 2

  1. Schildvulkaan
  2. Transforme plaatbeweging
  3. Schildvulkaan, stratovulkaan, caldera en een hotspot.
  4. Y = slenk X = horst

 

§4 ; Antwoorden

Vraag 1

  1. Schildvulkaan, effusief, stratovulkaan, subductiezones, explosief, caldeira
  2. Spleeterupties
  3. Als platen divergent bewegen, dus uit elkaar, wordt de aardkorst op de plaatgrens steeds dunner. Waar de aardkorst dun is kan magma omhoog komen. Het stroomt dan uit de dunne aardkorst. Zo ontstaat er een schildvulkaan.

Vraag 2

  1. Hypocentrum
  2. Epicentrum

 

Maak jouw eigen website met JouwWeb